Als je peuter moeite heeft met bewegen

Voor je peuter is het belangrijk dat de mogelijkheden voor bewegen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Hoewel elk kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt, kunnen merkbare verschillen in de ontwikkeling van de motoriek gaan opvallen. Wanneer de motoriek (het bewegen) achterblijft zal elk kind daar anders op reageren: het ene kind zal er geen last van hebben, terwijl blijkt dat andere hiervan frustratie ondervinden. Het stimuleren van de motorische ontwikkeling van peuters is primair het expertisegebied van de kinderfysiotherapeut.


De motoriek delen we onder in de fijne motoriek en in de grove motoriek. We noemen deze twee typen motoriek ook wel de kleine en de grote motoriek en het kan voorkomen dat je kind met een van de twee of met beiden moeite heeft. Een achterstand in de motorische ontwikkeling kan een aanwijsbare oorzaak hebben. Er hoeft echter niet altijd een duidelijke oorzaak te zijn voor de achterstand, want sommige kinderen ontwikkelen zich nu eenmaal wat trager. Met goede stimulatie en behandeling blijkt een kind de achterstand vaak in te lopen.

Hoe herken je problemen met de motoriek? Je kind heeft moeite met de fijne motoriek bij bijvoorbeeld:

• Bewegen
• Knippen, plakken of andere fijne vormen van knutselen
• Spelgedrag
• Bepaalde vaardigheden zoals zelf aankleden en tanden poetsen
• De samenwerking van de twee handen bij iets tweehandig doen
• Het inzetten van één hand, omdat een hand soms achterblijft ten opzichte van de andere (zoals onder meer bij Erbse Parese)

Wanneer het hulpvragen betreft rondom de grove motoriek zou het kunnen gaan om bijvoorbeeld:

• Het lopen, waarbij een afwijkend looppatroon opvalt (o.m. draaien met de voet)
• Het kind blijkt vaak te vallen
• Het moeilijk kunnen aanleren van fietsen (trapbeweging) op een fietsje of loopfiets
• Een x- stand van de knieën
• Het kind loopt op de tenen

Als je een achterstand ziet of vermoedt in de motoriek van je peuter, kun je een afspraak maken bij de kinderfysiotherapeut, dé specialist op het gebied van bewegen bij peuters. Tijdens je eerste bezoek zal de kinderfysiotherapeut goed luisteren naar je hulpvraag. Het is belangrijk dat zij een goed beeld krijgt van de ontwikkeling van je kind vanaf de geboorte. Daarna zal er een onderzoek plaatsvinden en zal je kind goed worden geobserveerd. Nadat de kinderfysiotherapeut de motorische vaardigheden van je kind heeft bekeken en hierdoor een duidelijk beeld heeft van deze vaardigheden zal zij bespreken wat haar bevindingen zijn. Vaak blijkt het dat je kind voldoende geholpen kan worden met goede tips en adviezen. Is dit niet het geval dan zal de fysiotherapeut een voorstel tot behandeling doen, die tot doel heeft de motorische vaardigheden van je kind te verbeteren.

De behandeling vindt plaats in een kindvriendelijke omgeving waar er spelenderwijs geoefend zal worden. Omdat elk kind zijn/haar eigen karakter, interesses en niveau heeft, zal de kinderfysiotherapeut daarmee rekening houden en de therapie afstemmen op jouw kind. Omdat het belangrijk is dat ook thuis met je kind geoefend wordt en je het stimuleert, zullen ouder(s) altijd nauw bij de behandeling betrokken worden.